Voorwaardelijk vrij maar met je rug tegen de muur

    Pleidooi voor een periodieke rechterlijke toetsing bij een schorsing onder voorwaarden

    Een verdachte zit vast in de cel. Alleen de rechter, die voorlopige hechtenis kan bevelen, heeft de mogelijkheid om deze hechtenis te schorsen onder voorwaarden. Met deze schorsing wordt de verdachte op vrije voet gesteld. Meestal is de schorsing voor onbepaalde tijd. Ondanks dat de gang naar buiten aangenaam in de oren klinkt, dient een verdachte zich wel te houden aan de door de rechter voorgeschreven voorwaarden. In onze fiscale strafrechtpraktijk zien we dat de crux hem vaak zit in die (aanvullende) voorwaarden. Het is de vraag of je met het accepteren van de (aanvullende) voorwaarden ook daadwerkelijk vrij bent.

    De op te leggen voorwaarden zijn te onderscheiden in algemene en aanvullende voorwaarden. De algemene voorwaarden die opgelegd kunnen worden bij de schorsing van een voorlopige hechtenis kunnen variëren van het voor een bepaalde tijd niet mogen begaan van een strafbaar feit tot het niet mogen onttrekken aan het bevel van de voorlopige hechtenis. Deze algemene voorwaarden zijn gericht op het beperken van het risico, dat de verdachte zich niet zal onttrekken aan de tenuitvoerlegging van eventuele voortduring van de voorlopige hechtenis en ook niet aan de tenuitvoerlegging van een eventuele gevangenisstraf.  Deze voorwaarden zijn vrij algemeen van aard en niet ingrijpend. Van éénieder wordt immers verwacht dat hij geen strafbare feiten begaat in de samenleving. Naast algemene voorwaarden kan de rechter óók aanvullende voorwaarden opleggen. De omvang en invulling van de aanvullende voorwaarden wordt veelal bepaald door (of althans conform het voorstel van) het Openbaar Ministerie. Deze aanvullende voorwaarden kunnen zien op het extra beperken van bovengenoemde risico’s.  

    Doordat deze aanvullende voorwaarden zeer ingrijpend kunnen zijn, voelen zij voor cliënten vaak al als een straf, terwijl van een veroordeling (nog) geen sprake is. Deze aanvullende voorwaarden kunnen zijn gericht op de persoon zelf, zoals het inleveren van een paspoort, maar kunnen ook zijn gericht op de bedrijfsvoering van een onderneming of een bedrijfsstructuur. Hierdoor wordt niet alleen de persoon geraakt, maar ook de onderneming.  Voorbeelden van aanvullende voorwaarden zijn bijvoorbeeld de verplichting om een economische bedrijfsstructuur te veranderen of het weigeren van bepaalde (legale) betaalmethoden.  Het is de vraag of je met het accepteren van die aanvullende voorwaarden ook daadwerkelijk vrij bent, of daarmee juist langere tijd met de rug tegen de muur staat. Daarnaast is het ook zo dat er mogelijk niet één maar meerdere aanvullende voorwaarden worden opgelegd, waardoor iemand in zijn persoonlijke levenssfeer of bedrijfsvoering zeer wordt beperkt. Dat is bijzonder ingrijpend.

    In de huidige wet- en regelgeving blijkt dat op het moment dat de voorlopige hechtenis niet wordt geschorst, na 90 dagen een rechterlijke toets plaatsvindt waarbij wordt gekeken of de voorwaarden voor toepassing van voorlopige hechtenis nog bestaan. Daarbij dient tevens rekening te worden gehouden met het anticipatiegebod. Dit anticipatiegebod houdt in dat de duur van de voorlopige hechtenis nooit langer mag duren dan de uiteindelijke straf die zou worden opgelegd door de rechter. Dit dient te allen tijde te worden voorkomen. Er wordt van de rechter die beslist over de voorlopige hechtenis verwacht dat hij anticipeert op de mogelijke straf die de verdachte op een eventuele zitting zal krijgen. Als de straf waarschijnlijk lichter zal zijn dan de duur van de voorlopige hechtenis, moet de rechter de hechtenis van de verdachte opheffen.  

    Hoe zit dit in het geval van de schorsing? In het geval van schorsing van de voorlopige hechtenis wordt doorgaans voor onbepaalde tijd geschorst. Zoals hiervoor beschreven gaat een schorsing doorgaans gepaard met een aanzienlijke hoeveelheid voorwaarden. Bovendien kunnen deze voorwaarden dusdanig strikt zijn, dat iemand zich alsnog ‘gevangen’ voelt. Het is mogelijk voor de verdachte om een opheffingsverzoek in te dienen, waarmee de voorlopige hechtenis alsnog eindigt. In het geval er reeds sprake is van een schorsing van de voorlopige hechtenis gaat de rechter vaak eenvoudig en snel voorbij aan dergelijke opheffingsverzoeken, omdat – volgens de rechter –  niet langer sprake is van daadwerkelijke hechtenis. Hiermee wordt voorbijgegaan aan de penibele situatie waarin een verdachte zich ook buiten een cel kan bevinden. Met dergelijke vergaande voorwaarden ben je niet vrij om te staan of gaan waar je wilt als (rechts)persoon. Daarbij laat een rechter ook onverlet de gevolgen die zulke voorwaarden hebben op ondernemingen. Niet alleen voor de directeur van de onderneming als persoon, maar ook voor de vraag of afnemers en leveranciers nog met wel met de onderneming wensen te handelen, of werknemers nog voor hun werkgever willen blijven werken. Al met al laat de huidige praktijk van een schorsing onder voorwaarden zich wat ons betreft moeizaam rijmen met het anticipatiegebod. 

    Wij stellen dan ook het volgende voor: ondanks de schorsing van de voorlopige hechtenis dient regelmatig te worden getoetst of überhaupt nog wordt voldaan aan de voorwaarden voor de toepassing van de voorlopige hechtenis. Een schorsing van de voorlopige hechtenis kan, door het opleggen van de voorwaarden, immers net zo penibel zijn als daadwerkelijke hechtenis. Bovendien moet óók in het geval van een schorsing onder voorwaarden rekening worden gehouden met het anticipatiegebod. Juist waar een lange periode van aanvullende voorwaarden en onzekerheid doorgaans een zwaardere straf opleveren. 

    Wij pleiten daarom voor een toekomst waarbij een schorsing onder voorwaarden van rechtswege aan een periodieke rechterlijke toetsing onderhevig is en waarbij dus wordt getoetst of de voorwaarden voor toepassing van voorlopige hechtenis überhaupt nog bestaan. Tot die tijd is het devies voor verdachten om bij het indienen van een opheffingsverzoek kritisch te zijn of (nog) aan alle voorwaarden voor voorlopige hechtenis wordt voldaan. 

    Bij ons bent u aan het juiste adres voor een fiscaal advocaat in Rotterdam die u kan helpen met advocaat belastingrecht en fiscaal strafrecht.

    Auteur: mr. Manouk Nagtegaal
    Gepubliceerd:  https://www.bijzonderstrafrecht.nl/home/column-voorwaardelijk-vrij-maar-met-je-rug-tegen-de-muur-pleidooi-voor-een-periodieke-rechterlijke-toetsing-bij-een-schorsing-onder-voorwaarden