Ingezonden | Rustig aan, ik heb haast!

    Elisa Benhaim is advocaat/ partner bij De Haas Advocaten in Rotterdam en is gespecialiseerd in strafzaken. Zij neemt deel aan de advocatenpoule die is opgericht voor specialistische rechtsbijstand aan politieambtenaren. Als advocaat in politieverkeersstrafzaken werd ze uitgenodigd om deel te nemen aan de  ‘PRVT’, de Politierijvaardigheidstraining. Hieronder blikt ze terug op deze bijzondere dag.

    De dag begon om 7.30 uur met een kop koffie en om 08.00 verschenen de eerste (politie-)cursisten. Door middel van een quiz werd de kennis van de Brancherichtlijn gepeild. Vervolgens stapten we in de auto en reden we naar Vliegkamp Valkenburg, een goed oefenterrein voor het maken van meerdere noodstops op de weg en half in de berm. Het belang van ABS bleek al snel. Uiteindelijk moest ik er zelf natuurlijk ook aan geloven.
    Vervolgens werden de ritten met optische- en geluidssignalen geoefend. Voor mij was dit erg leerzaam om te aanschouwen. Als burger ben je bekend met het fenomeen dat er een voorrangsvoertuig met toeters en bellen achter je zit waarvoor je plaats dient te maken, indien mogelijk. Nu was het andersom en het was bijzonder om te merken hoe verschillend er door de medeweggebruikers op ons voorrangsvoertuig werd gereageerd. Eén medeweggebruiker reed zelfs van schrik door een rood verkeerslicht.

    Anticiperen
    Van de bestuurder van het voorrangsvoertuig wordt verwacht om steeds ver vooruit te kijken en te anticiperen op al het (onvoorziene) verkeersgedrag. En dan moet natuurlijk worden opgemerkt dat dit een trainingsrit was waarbij de spanning en hectiek van een echte melding nooit helemaal kan worden nagebootst.
    Het viel mij ook op dat bepaalde onderdelen uit de brancherichtlijn in de praktijk lastig blijken. Zo is het maar zeer de vraag of het negeren van een rood verkeerslicht met maximaal 20 km/u in de praktijk in iedere situatie gewenst is. Dit kan medeweggebruikers in bepaalde situaties het idee geven dat er door het voorrangsvoertuig gestopt gaat worden waardoor gevaarlijke situaties juist kunnen ontstaan.

    Verantwoordelijkheid
    Van de rijinstructeur wordt elke werkdag weer bijna acht uur lang uiterste concentratie geëist. Hij/zij wordt, onder meer door de dubbele bediening in het voortuig, aangemerkt als juridisch bestuurder en draagt de (voornaamste) strafrechtelijke verantwoordelijkheid. Een verkeerde inschatting kan grote gevolgen hebben, ook voor de instructeur persoonlijk. De cursist is “slechts” feitelijk bestuurder.

    Onze instructeur straalde die dag een en al rust en controle uit. Zijn uitspraak was dan ook: “Rustig aan, ik heb haast”. Veiligheid staat immers altijd op nummer één.