Hoge Raad herstelt box 3 belasting: werkelijk rendement staat voorop

    De herstelwet lost het probleem niet op

    Ondanks de toepassing van het Besluit rechtsherstel, de Wet rechtsherstel en de Overbruggingswet, blijft er discriminatie bestaan wanneer het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. Het maakt daarbij niet uit wat het verschil is. 

    Manier van rechtsherstel?

    In het eerdere Kerstarrest heeft de Hoge Raad uitgesproken dat rechtsherstel moet worden geboden. [1] Nu heeft de Hoge Raad verduidelijkt hoe dit moet gebeuren: er moet toepassing worden gegeven aan heffing over het werkelijk rendement, indien dat lager uitvalt dan het forfaitaire rendement. De bewijslast hiervoor ligt bij de belastingplichtige. 

    Regels voor berekening werkelijk rendement

    De Hoge Raad heeft regels vastgesteld voor hoe het werkelijk rendement moet worden berekend. Het uitgangspunt hierbij is de achtergrond van het forfaitaire stelsel, waarbij het rendement moet worden berekend over het gehele box 3-vermogen. Het gaat dus niet over een deel van het vermogen. 

    Het rendement wordt berekend zonder rekening te houden met het heffingvrij vermogen en inflatie. Het gaat daarbij niet alleen om de voordelen die worden getrokken uit de vermogensbestanddelen, maar ook ongerealiseerde waardeveranderingen. Dit zijn positieve of negatieve waardeveranderingen, die nog niet zijn omgezet in daadwerkelijke winst of verlies door bijvoorbeeld rente, vervreemding, dividend of huur. [2] Deze veranderingen worden meegenomen in de berekening van het werkelijke rendement, zelfs als de belastingplichtige ze nog niet heeft gerealiseerd. Dit sluit aan bij het bredere rendementsbegrip dat de wetgever voor ogen had bij het opstellen van het forfaitaire stelsel van box 3. Kosten worden bij de berekening niet meegenomen, behalve rente die is betaald over schulden in box 3. [3]

    Geen rentevergoeding als uitgangspunt

    De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het niet-toekennen van een rentevergoeding bij belastingvermindering niet in strijd is met het EVRM. Hierbij geldt één uitzondering: wanneer de wettelijke rente meer zou zijn dan de belastingvermindering. Alleen in dat geval dient rente te worden vergoed. In alle andere gevallen is geen rentevergoeding verschuldigd volgens de Hoge Raad. 

    Meer weten?

    HR 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:704
    HR 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:705
    HR 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:771
    HR 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:756
    HR 6 juni 2024, ECLI:NL:HR:2024:813

    [1] HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1963, r.o. 3.6.3.
    [2] HR 29 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2517, r.o. 3.6.6.
    [3] ‘Hoge Raad: box 3-heffing nog steeds discriminerend’, hogeraad.nl, 6 juni 2024.