Formeelrechtelijke aspecten verrekenprijzenbesluit


    Blog van Marieke Sturm

    Op 22 april 2018 is het besluit inzake de toepassing van het at arm’s lenghtbeginsel en de Transfer Pricing Guidelines for Multinational Enterprises and Tax Administrations (OESO-Richtlijnen) verschenen (Stcrt 2018-26874). Dit besluit vervangt het besluit van 14 november 2013 en geeft aandacht aan recente ontwikkelingen op het gebied van verrekenprijzen. In deze blog belichten we de formeelrechtelijke aspecten van het (nieuwe) verrekenprijzenbesluit en we sluiten af met een aantal praktische tips.

    Documentatieverplichting en bewijslast

    Op grond van het derde lid van artikel 8b Wet Vpb 1969 worden gelieerde ondernemingen verplicht gesteld in hun administratie gegevens op te nemen waaruit blijkt op welke wijze de verrekenprijzen tot stand zijn gekomen en waaruit kan worden opgemaakt dat de totstandgekomen verrekenprijzen zakelijk zijn. De verrekenprijsadministratie is een administratie in de zin van artikel 52 AWR. Vanwege het niet voldoen aan de verrekenprijsadministratie in de zin van artikel 52 AWR, kan een informatiebeschikking worden vastgesteld. Indien sprake is van een onherroepelijke informatiebeschikking ex artikel 52 AWR volgt in beginsel de omkering en verzwaring van de bewijslast.

    Zowel het oude als het nieuwe besluit geven aan dat sprake is van een open norm ten aanzien van de documenten die nodig zijn in de zin van het derde lid van artikel 8b Wet Vpb. Daarbij wordt wel opgemerkt dat de documentatie bestaat uit een beschrijving van de vijf vergelijkbaarheidsfactoren, een onderbouwing van de gekozen verrekenprijsmethode en onderbouwing van de voorwaarden, waaronder de prijs, die bij de transacties tot stand zijn gekomen. Hierbij speelt het beginsel van de proportionaliteit een rol. Ondernemingen dienen niet geconfronteerd te worden met extra administratieve lasten. Tot zoverre niets nieuws onder de zon.

    Het besluit van 22 april 2018 kent wel een aanvulling voor de verplichte documentatie ten behoeve van multinationale groepen zoals genoemd in artikel 29b tot en met 29h Wet Vpb (multinationale groepen met een geconsolideerde omzet van € 750 miljoen). Deze documentatieverplichting heeft betrekking op het verstrekken van een landenrapport, groepsdossier en een lokaal dossier. Op basis van het landenrapport kan de inspecteur geen verrekenprijscorrectie opleggen voor deze groep belastingplichtigen. Dat wil overigens niet zeggen dat het verstrekken van het landenrapport iets vrijblijvends is. Indien het niet, niet tijdig, niet volledig of niet juist nakomen van de verplichting tot het opstellen en indienen van een landenrapport te wijten is aan opzet of grove schuld dan wordt een bestuurlijke boete in het vooruitzicht gesteld van maximaal € 415.000 (opzet) en van € 207.000 (grove schuld). Deze boetes kunnen mogelijk verhoogd worden in geval van strafverzwarende omstandigheden.

    In het groepsdossier wordt het gehele transfer pricingbeleid binnen de groep gedocumenteerd inclusief alle intra groepstransacties. In het lokale dossier worden enkel de intra groepstransacties van de Nederlandse vennootschap gedocumenteerd. Tot slot geldt voor groepsentiteiten van een multinationale groep met tenminste een geconsolideerde groepsopbrengst van € 50 miljoen dat de administratie ex artikel 8b Wet Vpb een groepsdossier en een lokaal dossier dient te bevatten (dus geen landenrapport). Omgekeerd geldt de open norm dus nog steeds voor belastingplichtigen met een geconsolideerde groepsopbrengst van minder dan € 50 miljoen. Wel geeft het besluit aan dat indien een groepsdossier en een lokaal dossier aanwezig zijn in de administratie, dit voldoende is om te kwalificeren als een verrekenprijsadministratie in de zin van artikel 8b, derde lid, Wet Vpb.

    Open norm

    Met andere woorden voor de gemiddelde belastingplichtige geldt nog steeds de open norm van artikel 8b, derde lid, Wet Vpb 1969 en heeft het nieuwe besluit geen aanpassingen met zich meegebracht. Wel constateren wij in het nieuwe besluit dat bij een onzakelijke verschuiving van winst bestrijding volgens de Belastingdienst passend is en mogelijk ook een boete kan worden opgelegd. Wij bespeuren hier toch een teken dat de documentatieverplichting in belang toeneemt. Met de documentatie kan een belastingplichtige onderbouwen dat geen sprake is van een onzakelijke verschuiving mits de realiteit strookt met wat in de documentatie is opgenomen.

    Tips

    Tips voor het opstellen van de documentatie in de zin van artikel 8b, derde lid, Wet Vpb 1969:

    • Voor het opstellen van artikel 8b lid 3 -documentatie kan aansluiting worden gezocht bij het groepsdossier en het lokale dossier;
    • Een benchmark study is niet nodig voor de documentatieverplichting o.g.v. artikel 8b, derde lid, Wet Vpb, maar wel raadzaam;
    • Het aankoopdossier (met uitzondering van de onderdelen waarvan door belastingplichtige onderbouwd kan worden dat deze niet van belang zijn voor de belastingheffing) is een essentieel onderdeel van de door belastingplichtige te verstrekken verrekenprijsdocumentatie ter onderbouwing van de prijs van overgedragen immateriële vaste activa;
    • Zorg ervoor dat de documentatie beschikbaar is op het moment dat de transactie plaatsvindt;
    • Let op informatie die bekend is geworden na de transactie, aangezien deze een aanpassing van de prijs kunnen rechtvaardigen en ook in de administratie aanwezig dient te zijn;
    • Informatie die ziet op buitenlandse gelieerde lichamen dient ook beschikbaar te zijn en in de administratie te worden opgenomen;

    Tot slot over de vraag of de te vervaardigen documentatie voldoet aan art. 8b, derde lid, Wet VPB 1969, kan separaat zekerheid vooraf worden gevraagd bij de Belastingdienst. Deze zekerheid geeft daarbij geen zekerheid over het arm’s‑lengthkarakter van de te hanteren prijzen. Hiervoor dient een APA traject bij de Belastingdienst te worden gestart.

    Heeft u vragen of de administratie van uw onderneming voldoet aan de vereisten van artikel 8b, derde lid, Wet Vpb of wordt u geconfronteerd met een verrekenprijscorrectie en/of een informatiebeschikking ex artikel 52 AWR dan assisteren wij graag.