Beslistermijn in de corona-crisis: geen sprake van overmacht

    Recent is een uitspraak gepubliceerd van Rechtbank Zeeland-West Brabant waarbij de Inspecteur tevergeefs een beroep doet op art. 4:15 Awb wegens overmacht. De inspecteur dient uiterlijk  3 april 2020 te beslissen op het bezwaarschrift van de belanghebbende, midden in de Corona-crisis. Nadat de belanghebbende de inspecteur in gebreke stelt en een beslissing op bezwaar achterwege blijft, gaat de belanghebbende in beroep. 

    De inspecteur stelt zich in deze zaak onder meer op het standpunt dat hij in verband met de Corona-crisis niet in staat is om het bezwaarschrift te behandelen en doet daarbij een beroep op art. 4:15, lid 2, onderdeel c, van de Awb. In dit onderdeel is geregeld dat de termijn voor het geven van een beschikking wordt opgeschort zolang het bestuursorgaan door overmacht niet in staat is een beschikking te geven. 

    De rechtbank onderkent dat de Corona-crisis een uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheid is die buiten het toedoen en buiten de risicosfeer van de inspecteur ligt. De rechtbank acht het dat de Corona-crisis overmacht voor ten minste enige dagen meebrengt, maar langer niet langer dan dat.  De rechtbank merkt op dat de gestelde overmacht door de Corona-crisis in wezen erop gebaseerd lijkt te zijn dat als gevolg van die crisis het onderzoek niet kan worden afgerond. Dat laatste betekent (echter) niet dat de inspecteur niet in staat was uitspraak op bezwaar te doen. Dat geldt ook voor de aangevoerde problemen voor het horen, nog los ervan dat niet duidelijk is gemaakt waarom niet telefonisch had kunnen worden gehoord. 

    We bemerken in de praktijk dat de inspecteur – net als in deze zaak – de beslistermijn opschort wegens overmacht in verband met Corona-crisis. Er wordt dan met name aangevoerd dat wegens de beperkende maatregelen geen inzage kan worden gegeven in het belastingdossier en dat mede daardoor geen hoorgesprek kan plaatsvinden. Het valt ook op dat de belastingkantoren – soms zelfs binnen één belastingkantoor – verschillende werkwijzen hanteren: de ene inspecteur verstrekt stukken digitaal, de ander geeft aan dat stukken niet digitaal kunnen worden verstrekt. 

    Dit is echter geen reden dat een beroep op overmacht rechtvaardigt. De inspecteur beschikt over voldoende digitale mogelijkheden om inzage te verlenen en afschriften te strekken van het belastingdossier (uitzonderingen daargelaten) en om hoorgesprekken te voeren via de digitale weg. Hoewel het begrijpelijk is dat de Corona-crisis voor de nodige vertraging kan zorgen en het wat meer tijd kost om dat te regelen, maar voor een opschorting van de beslistermijn is in ieder geval geen plaats. 

    Dus voorkom onnodige vertragingen in bezwaarschriftprocedures door niet alleen gebruik te maken van de rechten van uw cliënt, zoals een ingebrekestelling, maar ook om op de plichten van de inspecteur te wijzen. Die gelden immers – corona of geen corona – nog steeds. 

    Auteur: T. Khidous